Voorbeeld van unipersoonlijke werkwoorden
Spaanse Lessen / / July 04, 2021
De unipersoonlijke werkwoorden zijn degenen die altijd alleen in de infinitief en in de derde persoon enkelvoud kunnen worden vervoegd en die geen onderwerp hebben, de meeste van de unipersoonlijke werkwoorden verwijst naar natuurlijke, meteorologische of atmosferische verschijnselen, hoewel dit niet de enige zijn.
De unipersoonlijke werkwoorden Ze behoren tot een soort gebrekkige werkwoorden, die niet in alle personen of alle tijden kunnen worden vervoegd.
Voorbeelden van eenpersoonswerkwoorden:
1. Gebeuren
2. bezorgdheid
3. incuberen
4. optreden
5. Gebeuren
Wanneer het werkwoord haber in de derde persoon enkelvoud wordt gebruikt met de betekenis van bestaan of zijn, wordt het als een onpersoonlijk werkwoord beschouwd.
Voorbeelden van eenpersoonswerkwoorden die verwijzen naar hebben:
1. Ha
2. Er was
3. Had
4. Er zal zijn
5. Er zou zijn
6. Er zijn
7. Is
8. Had
9. Er was
Wanneer unipersoonlijke werkwoorden uit hun werkelijke betekenis worden verwijderd, zijn ze niet langer unipersoonlijk, bijvoorbeeld Amanecer: ik werd ziek wakker, omdat het een onderwerp heeft en daarom niet onpersoonlijk is.
Voorbeelden van eenpersoonswerkwoorden die verwijzen naar atmosferische verschijnselen:
1. Dageraad
2. dageraad
3. Om nacht te worden
4. vallen van de avond
5. Zonsondergang
6. Schemer
7. Zondvloed
8. Het regent
9. Verduistering
10. Overschaduwt
11. vorst
12. vorst
13. Druppelen
14. Druppels
15. wees gegroet
16. wees gegroet
17. Bevriezen
18. Ijs
19. Regen
20. Het regent
21. Motregen
22. Motregen
23. sneeuwen
24. Sneeuw
25. Wolk
26. Wolk
27. Flash
28. Knippert
29. Donder
30. Donder
Unipersoonlijke werkwoorden zijn ook werkwoorden die verwijzen naar de geluiden die dieren maken en worden vervoegd in de infinitief, het enkelvoud en het meervoud van de derde persoon.
Voorbeelden van eenpersoonswerkwoorden die verwijzen naar dierengeluiden:
1. Gehuil
2. Gehuil
3. Kogel
4. Blaten
5. Bar
6. Trompet
7. Brama
8. Brullen
9. snuiven
10. snuiven
11. kakelt
12. Kakelen
13. Cro
14. Kwaken
15. Tjilpen
16. Kwelen
17. Squawk
18. Squawk
19. gromt
20. Grauwen
21. blaft
22. Schors
23. Miauwt
24. mauw
25. Muge
26. Loeien
27. Pia
28. Tweeten
29. balkend
30. Balken
31. Hinniken
32. Hinniken
33. gebrul
34. Brullen