Definitie van chemische nomenclatuur
Diversen / / July 04, 2021
Door Javier Navarro, in jan. 2016
In de natuur als geheel zijn er meer dan honderd verschillende chemische elementen, met name 118. Chemische elementen zijn een soort materie en zijn opgebouwd uit atomen van dezelfde soort. In de scheikunde wordt een tabel gebruikt om de verschillende elementen te classificeren en te ordenen, de bekende periodiek systeem, waarin de naam van elk element verschijnt samen met de respectievelijke afkorting of symbool, evenals andere interessante gegevens (atoomnummer en atoom massa). Om naar de elementen te verwijzen en ze met elkaar te kunnen combineren, een soort denominatie en een taal specifiek, dat wil zeggen een chemische nomenclatuur.
Classificatie van het periodiek systeem
Metalen elementen verschijnen aan de linkerkant en in het midden van de tafel, niet-metalen elementen aan de zijkant Rechtsaf en de metalloïden ook aan de rechterkant, maar vormen een onderbroken lijn.
De tafel is verdeeld in 18 verschillende verticale groepen, omdat elke lijn met elementen veel kenmerken gemeen heeft. Evenzo presenteert de tabel 7 verschillende niveaus.
Bij het observeren van het periodiek systeem is het duidelijk dat de elementen zijn gerangschikt van klein naar groot in relatie tot hun atoomnummer.
Hoe de chemische nomenclatuur te lezen?
Om een element van het periodiek systeem een naam te geven, wordt een afkorting gebruikt met de grote letters in het midden van het bijbehorende vak (er staat bijvoorbeeld He en in het onderste gedeelte staat de volledige naam geschreven, Helium). In de linkerbovenhoek van de elementendoos staat het atoomnummer, wat in het geval van helium 2 zou zijn. In de rechterhoek vinden we het nummer van zijn atomaire massa (4 in helium).
Van de lezing van een chemish element het is nu mogelijk om een nomenclatuur te hanteren die het mogelijk maakt om de combinatie van de verschillende elementen te lezen. Er zijn drie verschillende manieren om chemische elementen een naam te geven: systematisch, stock en traditioneel, zijnde de systematische nomenclatuur die het meest wordt gebruikt, omdat het de eenvoudigste is.
Als we de systematische nomenclatuur als referentie nemen, bestaat deze uit het gebruik van een reeks voorvoegsels afhankelijk van het aantal atomen (mono, bi, di, tetra, enz.). Dus, als in de molecuul chemie er een atoom is, zullen we het voorvoegsel mono gebruiken. Een bekend voorbeeld is CO2 of kooldioxide (hier verwijst het voorvoegsel di naar de twee zuurstofatomen).
Wat de stamnomenclatuur betreft, deze bestaat uit het plaatsen van de valentie van het chemische element tussen haakjes en in Romeinse cijfers, bijvoorbeeld FeH2 is een ijzer(II)hydride. De traditionele nomenclatuur is waarschijnlijk de meest gecompliceerde en bestaat uit het volgen van een tabel met voorvoegsels en achtervoegsels afhankelijk van het oxidatiegetal van het chemische element (de voorvoegsels hypo of per en de achtervoegsels dragen en bear ico). Bijvoorbeeld hypochloorzuur (Cl2O) of nikkelsulfaat (NiSO4).
Foto's: iStock - Dvougao / Nerthuz
Onderwerpen in de chemische nomenclatuur