0
Keer bekeken
De werkwoorden Zij zijn niet-persoonlijke vormen van het werkwoord, dat wil zeggen, ze zijn niet geconjugeerd. Er zijn drie werkwoorden: de infinitief (weten), het deelwoord (bekend) en het gerundium (luisteren).
Op zichzelf drukken werkwoorden geen werkwoordstijden, geslacht, getal of modi uit.
Binnen de zin fungeren ze niet als werkwoorden, maar nemen ze de functie van bijwoorden (het gerundium), zelfstandige naamwoorden (de infinitief) of adjectieven (het deelwoord).
Er zijn drie soorten werkwoorden:
Deelwoord | Infinitief | Gerundium |
ik accepteeraanbeden | Ik leerdeeh | gearrangeerdIk loop |
Colgaanbeden | Armar | CaminIk loop |
Comweg | Borgtochtar | ComprIk loop |
Rennenweg | Delengaan | leerde kennenendo |
Definieerweg | Desperezar | schreefendo |
Wanhoopaanbeden | ik besprakgaan | Het is tIk loop |
Vernietigenweg | Begonnenar | BestudeerdIk loop |
Drewaanbeden | ondernemeneh | blootgesteldendo |
gafcho | ik kieseh | Habibendo |
Wachtaanbeden | Stationar | LavIk loop |
Uitbreidenweg | uitgelegdar | MirIk loop |
Eindeaanbeden | uitdrukkenar | NegatiefIk loop |
Ik sprakaanbeden | Ik sprakar | opinIk loop |
HuiDoen | Ueh | gebeurtIk loop |
Manchaanbeden | Vervangenar | PelIk loop |
Een deelweg | Opnieuwgaan | Verdeeldendo |
Pintaanbeden | Distribuerengaan | Samengevatendo |
Fabriekaanbeden | Antwoordeh | ik heb het uitgemaaktendo |
Bereidenaanbeden | Surggaan | Sabicendo |
Ronaar | ik heb gereisdar | Ik ben weggegaanendo |
Volgen met: