20 Voorbeelden van grappen met directe en indirecte spraak
Diversen / / July 04, 2021
Grappen met directe en indirecte spraak
De directe en indirecte rede het zijn twee verschillende vormen van verkondiging. In directe rede wordt verwezen naar iets dat door een andere persoon is gezegd, letterlijk getranscribeerd, terwijl in indirecte rede de verteller doorgeeft wat iemand heeft gezegd. Bijvoorbeeld:
De keuze voor de ene of de andere toespraak hangt af van de stijl van de verteller, maar ook van de expressieve behoeften van het moment, aangezien de Directe spraak reproduceert de oorspronkelijke voorwaarden van verkondiging, terwijl indirecte spraak de verteller in staat stelt te bemiddelen en interpreteren.
Directe naar indirecte spraak in grappen
Directe en indirecte spraak valt vooral op als het gaat om grappen, grappen of verhalen humoristisch, waarin een reeks fictieve gebeurtenissen wordt verteld waarvan de uitkomst grappig, komisch of denkbeeldig.
Dit kan direct worden gedaan, dat wil zeggen door te reproduceren dialogen, opmerkingen en situaties alsof ze zich in het huidige moment voordoen, of indirect, vanuit het oogpunt van de verteller.
Voorbeelden van grappen met directe spraak
- In een restaurant belt de klant de ober:
- Ober, er ligt een vlieg op mijn bord!
- Het is de foto op het bord, meneer.
- Maar het beweegt!
- Het is dan een tekenfilm!
- Op school vraagt de juf aan Jaimito:
- Hoe doodde David Goliath?
- Met een motor, leraar.
- Nee, Jaimito! Het was met een slinger.
- Oh, maar wilde je het merk van de fiets?
- Jaimito vertelt zijn zwangere moeder:
- Mam, wat heb je in je buik?
- Een baby die je vader me gaf.
- Pap, geef mama geen baby's omdat ze ze opeet!
- Jaimito rent de kamer van zijn moeder binnen:
- Mam, mam, lopen de chocoladesnoepjes?
- Nee, zoon, de snoepjes lopen niet.
- Ah, dus ik at een kakkerlak.
- In het ziekenhuis:
- Dokter, dokter, hoe was de operatie?
- Operatie? Was het geen autopsie?
- Twee kinderen praten:
- Mijn vader kent drie talen perfect.
- De mijne weet er nog veel meer.
- Ben je een polyglot?
- Nee, tandarts.
- Een man loopt een dierenwinkel binnen:
- Hallo, ik wil de prijs van deze papegaai weten.
- Duizend dollar.
- Waarom zo veel?
- Nou, hij spreekt Engels, Frans en Duits.
- En deze andere?
- Tweeduizend dollar.
- En wat kunt u doen?
- Hij spreekt Russisch, Chinees, Grieks en draagt fragmenten van literaire werken voor.
- En die andere daar?
- Die is tienduizend dollar waard.
- En wat weet die te doen?
- Ik heb hem geen woord horen zeggen, maar de andere twee noemen hem 'baas'.
- Tijdens het eten vraagt Jaimito aan zijn moeder:
- Mam, is het waar dat we afstammen van apen?
- Ik weet het niet, schat, je vader heeft me nooit aan zijn familie voorgesteld.
- Een kind rent het huis binnen:
- Mam, de leraar zegt dat ik altijd afgeleid ben!
- Kind, je huis is naast de deur.
- Jaimito komt heel blij thuis:
- Papa, papa, ik heb de buschauffeur bedrogen.
- Hoe zo, zoon?
- Ja, ik heb het kaartje betaald en toen stapte ik niet in.
Voorbeelden van grappen met indirecte rede
- Twee kinderen zijn te laat voor de les en de juf vraagt waarom ze niet op tijd waren. De eerste antwoordt dat hij droomde dat hij de hele wereld rondreisde en honderden landen bezocht, en de tweede jongen dat hij naar het vliegveld moest om hem op te halen.
- Op een boerderij vraagt een man aan een ander of hij het paard al in het zadel heeft gezet. Hij zegt ja, maar dat er geen manier is geweest om hem te laten gaan zitten.
- Er was eens een man zo, zo, zo, die hem een bel noemde.
- Dit was zo'n dwaze man dat hij zijn auto verkocht om benzine voor hem te kopen.
- Er was eens een kind dat zo, zo dom was, dat toen de leraar het schoolbord wiste, hij zijn aantekeningen uit het notitieboekje wiste.
- Het is niet hetzelfde om te zeggen dat een trapezeartiest hersens heeft, om te zeggen dat een trapezeartiest hersens heeft.
- Een man komt badend in het zweet thuis. Zijn vrouw vraagt hem waarom en hij zegt dat hij achter de bus aan kwam rennen, want zo kon hij zes pesos besparen. Zijn vrouw zegt hem morgen hetzelfde te doen achter een taxi en zo veertig te sparen.
- Er was eens een kat die een sigaar werd genoemd. Hij ging op een dag uit en... ze rookten het.
- Dit was zo'n trage postbode dat het al historische documenten waren toen hij de brieven bezorgde.
- Dit was zo'n lelijk kind dat de dokter hem bij zijn geboorte de pak slaag gaf aan zijn ouders.