04/07/2021
0
Keer bekeken
In onze taal is er een grote hoeveelheid woorden met tussenliggende cDeze woorden zijn van dagelijks gebruik en de toepassingen die eraan kunnen worden gegeven zijn ontelbaar, als voorbeeld geven we het volgende:
Voorbeeld van woorden met tussenliggende c:
1. Tiener 2. Aanbieder 3. Horeca 4. Ontvoerder 5. Alfabet 6. ablatie 7. Fronsen 8. Intrekking 9. Acacia 10. overkomen 11. Cacao 12. Bacterie 13. kruisheren 14. Bacil 15. Weegschaal 16. Kabeljauw 17. brachycefalisch 18. gebruind 19. annuleren 20. annuleren 21. Kanker 22. Kanselier 23. Canicula 24. Conferentie 25. coëxistentie 26. Steenbok 27. gebeiteld 28. Besluit 29. Kennisst 30. Cruciaal 31. Jakhals 32. Verschillen 33. Datie 34. Decennium 35. Afwijzen 36. Verval 37. Decameter 38. Dood 39. intiem 40. Verklaren 41. Afwijzen 42. Aftrek 43. Uitrusten 44. vlees 45. Ramp 46. Uitdrogen 47. ik weet het niet 48. Elektrisch 49. Aide-de-camp 50. Effect |
51. Contant geld 52. Onderwijzen 53. Leger 54. Egocentrisch 55. Elektrode 56. Welsprekend 57. Pier 58. Ketting 59. Bedlegerig 60. Verblinden 61. vorst 62. Gemakkelijk 63. Haalbaar 64. Factor 65. Feit 66. fluorescerend 67. Bloeiend 68. plooien 69. Officieel 70. Staatscourant 71. Gazelle 72. Gallicisme 73. gesticuleren 74. Gletsjer 75. glaciaal 76. Bedankt 77. Ara 78. Guacamote 79. Hydroscoop 80. Horconada 81. Horoscoop 82. Vlekkeloos 83. Eerste 84. Onbeslist 85. Incident 86. Onschuld 87. Rechterlijke macht 88. oordeelkundig 89. Rechtvaardiging 90. Borstvoeding 91. Lactose 92. zegel 93. Zegelwas 94. Lezing 95. Leukemie 96. lexicoloog 97. losbandig 98. Stil 99. vloeibaar maken 100. geslacht |