50 voorbeelden van nominaal non-verbaal predikaat
Diversen / / July 04, 2021
Non-verbaal / nominaal predikaat
De zelfstandig naamwoord non-verbaal predikaat is degene die tekortschiet werkwoord en van wie? kern het kan een bijvoeglijk naamwoord of een zelfstandig naamwoord zijn. Bijvoorbeeld: Klasse, te saai.(de kern is een bijvoeglijk naamwoord)/ Het stuk, een ramp.(de kern is een zelfstandig naamwoord)
In syntaxis, de predikaat is het segment in de zin dat de actie noemt die de uitvoert onderwerpen. Meestal is het predikaat verbaal, dat wil zeggen, het bevat een vervoegd werkwoord. Bijvoorbeeld: huis huis het was enorm.
In het non-verbale predikaat daarentegen wordt het werkwoord vervangen door a eten en het blijft impliciet: je kunt gemakkelijk afleiden welk werkwoord wordt genegeerd en de betekenis van de zin wordt begrepen ondanks het ontbreken van een werkwoord. Bijvoorbeeld: Huis, enorm.
Voorbeelden van nominaal non-verbaal predikaat
Het predikaat van elke zin is vetgedrukt.
- Verkoudheid, vreselijk.
- Computer, vol virussen.
- Zijn woorden, een ramp.
- zijn ogen, een neefr.
- Tafel, heel klein.
- de film, tijdverspilling.
- Haar handen, als pianist.
- Het script, middelmatig.
- De gasten, wat bitter.
- De leraar, een saaie.
- de film, een puinhoop.
- De wedstrijd, Uitgang.
- Het beste, Terug naar de toekomst I.
- De puppie, een tederheid.
- De zonsondergang, aangenaam.
- Zijn fans, erg trouw.
- De bal, leeggelopen.
- De dag, kostbaar.
- De bel, een fiasco.
- Mijn grootmoeder, verhuisd.
- Zijn woorden, geruststellend.
- de serie, super pakkend.
- Zijn toespraak, leeg.
- Mensen, ondraaglijk.
- De broek, heel strak.
- Het publiek, teleurgesteld.
- Voedsel, een ramp.
- Ennio Morricone, dehet beste.
- Salaris, een ellende.
- Het examen, onmogelijk.
- De actrice, onberispelijk.
- Jurk, erg provocerend.
- De plank, vervormd.
- Het concert, onvergetelijk.
- Gordijnen, vuil.
- De tekst, onleesbaar.
- De middag, vorst.
- De avond, onvergetelijk.
- Golven, idealen.
- Hemel, sterrenhemel.
- Mijn huis, helemaal van jou.
- Mijn schoonouders, eeuwige reizigers.
- Rusland, mijn plek in de wereld.
- mijn kleren, helemaal vies.
- Haar bril, reusachtig.
- De studie, laat.
- Haar, altijd onberispelijk.
- President, aangeklaagd.
- onze besparingen, verloren.
- De bladeren van de bomen oranje.
Meer voorbeelden in: