Voorbeeld van gelijknamige woorden
Spaanse Lessen / / July 04, 2021
De gelijknamige woorden of homoniemen zijn woorden die hetzelfde klinken en uitgesproken worden, maar een andere betekenis hebben. Er zijn twee soorten gelijknamige woorden en dat zijn:
1. Gelijknamige woorden: deze kunnen anders worden geschreven, maar ze klinken hetzelfde, en ze kunnen een vergelijkbare oorsprong of een verschil hebben vanwege het gebruik dat eraan wordt gegeven.
2. Homograafwoorden: deze zijn hetzelfde gespeld, maar hebben een andere oorsprong en betekenis.
Voorbeelden van gelijknamige of gelijknamige woorden:
Aas = (speelkaart of kaartspel)
heeft = (werkwoord hebben)
Haz = (te doen, bos)
Asada = (van het werkwoord grillen)
Schoffel = (van schoffel)
Asar = (koken op vuur)
Oranjebloesem = (oranjebloesem)
Kans = (kans)
Stijging = (stijging)
Instemming = (toestemming)
Azië = (continent)
Naar = (voorzetsel)
Gewei = (dierenhoorn; groot logboek)
Tot = (voorzetsel)
Snelkoppeling = (van snelkoppeling)
Hatajo = (kudde dieren)
Aya = (oppas)
Vinden = (vinden)
Haya = (hebben en stad van Holland)
Spreken = (spreken)
Verzacht = (iets verzachten)
Bah! = (minachting of minachting)
Va = (acceptatie of toestemming)
Bacchante = (aanbidder van de god Bacchus)
Leegstand = (onbezet)
Bassin = (container)
Leeg = (onbezet)
Bacil = (bacteriën)
ik aarzel = (aarzelen of grappen maken)
Drumstick = (onderdeel om het jachtgeweer te houden; stuk om de drums of drum te spelen) Vaqueta = (leer of canvas van imperiaal)
Barium = (wit gekleurd metaal)
Vario = (divers)
Baron = (edele titel)
Man = (mannelijk)
Grof = (grof)
Uitgestrekt = (uitgebreid)
Bes = (aardbei)
Hek = (hek of hek)
Go = (naar een plaats gaan)
Blaat = (geluid van dieren als schapen)
Geldig = (aanvaarding van iets)
Milt = (orgaan van het lichaam of de darm)
Vaso = (container van glas, keramiek of klei)
Bello = (mooi of mooi)
Haar = (dun haar)
Ben = (peulboom)
Kom = (van het werkwoord komen)
Activa = (fortuin of rijkdom)
Vienes = (komen)
Stuiteren = (springen)
Stem = (stem electorale stemming)
Bracero = (handarbeider)
Brazier = (stuk metaal dat dienst doet als fornuis)
Ember = (Ember Scherf van gloeiende kolen)
Schoolslag = (oude maat)
Kaap = (klein schiereiland)
Cavo = (actie van graven en een gat maken)
Oorzaak = (effect van het veroorzaken van iets)
Kanaal = (spleet waar het water circuleert)
Cape = (extreem, lont of militaire kwaliteit)
Cavo = (van het werkwoord graven)
Stil = (stil houden)
Cayado = (personeel gebruikt door herders; segment van de slagader nowta)
Callo = Hier moet je zwijgen, dus ik kan maar beter zwijgen.
Het viel = De dame viel op straat.
Hallo = Hallo, Susana heeft me gebeld!
Golf = De golven van de zee zijn erg groot.
Voorbeelden van gelijknamige gelijknamige woorden:
Hoogte = hoogteafwijking.
Stop = Stop! Het komt door stoppen.
Alpaca = dier van Peru
Alpaca = wit metaal vergelijkbaar met zilver
Alicante = giftige slang
Alicante = stad van Spanje
Alfaneque = type tent
Alfaneque = Afrikaanse valk
Legering = ongelijke metalen smelten
Alear = vleugelbeweging
Eland = iets optillen
Eland = groot gehoornd dier
Munt = ponsmunten
Munt = een wig plaatsen
Ancón = kronkeligheid in een rivier
Ancón = bevolking van Peru
Amo = eigenaar van een dier
Amo = liefde in het tegenwoordige werkwoord
Arm = wapens halen
Assembleer = Assembleer
Armando = naam van persoon
Armando = wapens krijgen of verhandelen
Accepteren = een bevel gehoorzamen
Verblijven = hulde brengen
Bank = Geld staat op de bank.
Bank = Ga op de bank zitten!
Koffie = Koffie is erg goed.
Koffie = Mijn favoriete tas is koffie.
Kapitaal = ik heb al mijn kapitaal in het bedrijf geïnvesteerd.
Hoofdstad = De hoofdstad van Argentinië is erg mooi.
Cara = Hoe duur is het fruit!
Gezicht = Je hebt een heel mooi gezicht.
Babia = denigrerende benaming voor afgeleide mensen
Babia = Syrische godin van de jeugd
Slijm = dik, stroperig speeksel of afscheiding
Baba = Ecuadoraanse stad
Emmer = emmer water
Emmer = "vergeefs" of "tevergeefs"
Bobo = uitgestorven vogel
Bobo = persoon was aan het afleiden of aan het snuffelen
Bolillo = soort gezouten brood
Spoel = weefgereedschap van hout
Kogel = metalen projectiel
Bala = vervoeging van het werkwoord balar de un cordero in de tegenwoordige tijd
Boot = Stuiteren van de bal.
Boot = De militaire laars.
Barrita = Bar in verkleinwoord
Barrita = Olifantengeluid
Modder = puistje in het gezicht
Modder = natte klei
Code = Verordening of wet
Code = hiëroglief of wachtwoord
Rennen = iets trekken pulling
Hardlopen = sprinter rennen
Kanaal = waterlijn
Kanaal = televisiezender
Priester = Minister van aanbidding
Cure = met betrekking tot geneeskunde
Het kan je interesseren:
- homograaf woorden.