13/11/2021
0
Keer bekeken
In het Spaans zijn er maar weinig woorden die eindigen op -pi. Het is in de meeste gevallen werkwoorden. Bijvoorbeeld: rompi, esculapi, onderbrokenpi.
De werkwoorden die deze uitgang kunnen presenteren zijn die van de tweede en de derde vervoeging (-er e -ir), in de eerste persoon enkelvoud van de onvoltooid verleden tijd van indicatieve stemming. Bijvoorbeeld: gehaastpi, beschadigdpi, prorrumpi.
Ook komen een paar zelfstandige naamwoorden voor in deze groep. Bijvoorbeeld: heepiokepi, pi.
beschadigdpi | gehaastpi | prorrumpi |
Plakkenpi | heepi | watpi |
esculapi | okepi | rompi |
ik hoorpi | vaderpi | upi |
onderbrokenpi | pi | upi |
heepi | watpi | upi |
vaderpi | rompi | upi |
beschadigdpi | ik hoorpi | okepi |
esculapi | gehaastpi | prorrumpi |
Volgen met: