30 voorbeelden van metalinguïstische functies

Metalinguïstische functie

De metalinguïstische functie het is een van de zes Taalfuncties gekenmerkt door het gebruik van taal om over de eigen taal te praten. Bijvoorbeeld: De letter "h" is stil en wordt niet uitgesproken tijdens het spreken.

De metalinguïstische functie wordt gebruikt wanneer het bedoeld is om iets te communiceren over de code zelf waarin de gesprekspartners communiceren (of over een andere code, zoals wanneer u in het Spaans spreekt over het gebruik van) Woorden in het Engels). Het gaat om het gebruik van taal als referentie voor communicatie.

Veelvoorkomend gebruik van de metalinguïstische functie van taal komt voor wanneer we het hebben over de betekenis van een woord, de betekenis die het heeft in een bepaalde context, de regels van uitspraak, enz. Woordenboeken, taalkunde en grammaticaboeken gebruiken deze functie om kennis over de taal over te brengen.

Taalfuncties

De functies van taal vertegenwoordigen de verschillende doelen die aan taal worden gegeven tijdens communicatie. Elk van hen wordt gebruikt met bepaalde doelstellingen en geeft prioriteit aan een bepaald aspect van communicatie.

Voorbeelden van de metalinguïstische functie

1. Het eerste woord na een punt wordt geschreven met hoofdletters.
2. Het woord mooi is synoniem van het woord mooi.
3. Wat je zegt slaat nergens op.
4. Hoge woorden worden benadrukt op de laatste lettergreep, maar hebben alleen een accentteken wanneer ze eindigen op de letter "n", op de letter "s" of op een klinker.
5. De Latijns het is een dode taal omdat niemand het gebruikt om te communiceren in hun dagelijks leven.
6. De vervoeging van werkwoorden Het hangt af van de persoon en het aantal.
7. Het woord bank is een polysemisch woord, aangezien het kan verwijzen naar een zetel of een bankinstelling.
8. De brief "h”Is stom en spreekt niet tijdens het spreken.
9. De woorden die rijmen ze hebben een soortgelijke uitgang in de laatste lettergreep.
10. De eigennamen van mensen of plaatsen ze worden altijd met een hoofdletter geschreven, ongeacht waar ze in de zin staan.
11. De serieuze woorden ze worden benadrukt op de derde tot de laatste lettergreep, terwijl esdrújulas-woorden worden benadrukt op de derde tot de laatste lettergreep.
12. Engels, Duits, Mandarijn, Spaans, Frans en Italiaans zijn allemaal verschillende talen.
13. De metalinguïstische functie is een van de zes functies van taal.
14. Er zijn twee soorten letters: klinkers en medeklinkers.
15. Woorden en zinnen kunnen voor elke persoon een andere betekenis hebben en afhankelijk van de context waarin de communicatie plaatsvindt.
16. De Italiaanse taal kent verschillende dialecten.
17. Romeinse cijfers worden geschreven met de letters "I", "V", "X", "L", "C", "M", altijd in hoofdletters.
18. De woorden "hand" en "aap" hebben drie letters gemeen en klinken erg op elkaar, maar hun betekenis is heel anders.
19. De verbale modus gebiedende wijs het wordt gebruikt om bevelen te geven aan de gesprekspartner.
20. De eten en de punt en als leestekens die worden gebruikt om de elementen van een opsomming te scheiden, afhankelijk van of de opsomming eenvoudig (de komma) of complex (de puntkomma) is.
21. Het woord "keelholte" heeft 20 letters.
22. Wanneer de letter "u" een dubbele punt heeft, wordt er gezegd dat deze een umlaut heeft en dat geeft aan dat deze moet worden uitgesproken.
23. De adjectieven Het zijn woorden die informatie geven over de zelfstandige naamwoorden waaraan ze zijn gekoppeld, terwijl bijwoorden informatie geven over de werkwoorden die ze vergezellen.
24. Affixen zijn extensies die de oorspronkelijke betekenis van een woord wijzigen en kunnen voorvoegsels zijn (als ze voor het woord worden geplaatst) of achtervoegsels (als ze achter het woord worden geplaatst).
25. Het woord "vindt", dat is geschreven met "ll", is een afgeleide van het werkwoord "vinden", terwijl het woord "daar", dat is geschreven met "en", het kan een afgeleide zijn van het werkwoord "hebben" of het kan een zelfstandig naamwoord zijn en verwijzen naar een boom.
26. Het woord "draad" is een term die is afgeleid van het Latijnse woord "phylum".
27. De antoniemen zijn twee of meer woorden die ideeën of elementen aanduiden die tegengesteld of in strijd zijn met elkaar, zoals voor voorbeeld "goed" is een antoniem van "slecht", "hoog" is een antoniem van "laag", "oprecht" is een antoniem van "jij leugenaar".
28. De uitroepzinnen Ze hebben een bepaalde intonatie, omdat ze met nadruk moeten worden uitgesproken, ze tussen uitroeptekens worden geschreven en ze worden gebruikt om stemmingen of opwinding uit te drukken.
29. De letter "rr" (zoals in het woord "hond") heeft een sterke uitspraak, die wordt bereikt door de tong tegen het gehemelte te laten trillen.
30. Zinnen kunnen een of meer woorden bevatten.

Het communicatieve circuit

Dankzij de verschillende functies kan de taal volledig worden gebruikt, aangezien het communicatiecircuit uit verschillende delen bestaat:

Volgen met: Mondelinge en schriftelijke communicatie