04/07/2021
0
Keer bekeken
De voorzetsel "past" het wordt gebruikt als synoniem voor "nabij" of "naast". Bijvoorbeeld: aten past bij de rivier. / De winkel is past bij de apotheek.
De voorzetsels zijn links die de verschillende met elkaar in verband brengen elementen van een zin en worden gebruikt om herkomst, herkomst, adres, bestemming, drager, reden of bezit aan te geven.
Zoals alles voorzetsels, "Past" is onveranderlijk (dat wil zeggen, het heeft geen geslacht of nummer). Op dit moment wordt dit voorzetsel nauwelijks gebruikt, maar het kan in sommige literaire teksten worden gevonden en moet niet worden verward met de vervoeging van het werkwoord "caber".
De voorzetsels zijn:
naar | gedurende | volgens |
Gezien | Aan | zonder |
onder | Kom binnen | SW |
past bij | in de richting van | Aan |
met | tot | na |
tegen | door | versus |
van | om zo te | via |
sinds | voor |