0
Keer bekeken
De aanwijzende voornaamwoorden zijn woorden die worden gebruikt om te verwijzen naar a onderwerpen zonder het te hoeven noemen. Deze voornaamwoorden maken het mogelijk om afstand of nabijheid aan te geven met betrekking tot de zender. Bijvoorbeeld: dat, dit, dat.
Aanwijzende voornaamwoorden geven aan waar een object zich ten opzichte van de spreker bevindt. Bijvoorbeeld: Is raam is kapot maar dat sluit goed af. De ontvanger leidt hieruit af dat degene die zich dicht bij de zender bevindt, degene is die kapot is en niet dat deze verder weg is degene die goed sluit.
De aanwijzende voornaamwoorden zijn:
dit | dit | is |
dat | dat | dat |
dat | dat | dat |
hier | deze | deze |
Daar | die | die |
Daar | die | die |
Aanwijzende voornaamwoorden kunnen als volgt worden gegroepeerd:
Volgen met:
enclitische voornaamwoorden | Onbepaalde voornaamwoorden |
Persoonlijke voornaamwoorden | Bezittelijke voornaamwoorden |
Uitroepende voornaamwoorden | Betrekkelijke voornaamwoorden |
Aanwijzende voornaamwoorden | Vragende voornaamwoorden |