Golfkenmerken
Fysica / / November 13, 2021
Onder een golf wordt verstaan de uitdijing, verstoring of voortplanting die plaatsvindt van een beginpunt naar de buitenkant ervan.
Het is door een elastisch medium dat deze golven zich voortplanten, en vanuit de golfkenmerken: we zouden alleen elektromagnetische uitzonderingen doen.
Het proces verloopt via vervormingen die optreden vanuit een focus, waar de reactie op de deeltjes begint omringende gebieden en de golf of rimpel die optreedt, wordt een "golfpuls" genoemd en de uitbreiding ervan is altijd beperkt.
Als voorbeeld van golven kunnen we een zweep zien, of de druppels op het water wanneer een steen op een vijver wordt gegooid, die een kracht produceren die afneemt totdat deze verdwijnt (Vijver)
Golfkenmerken:
1.- Diffractie.- Dit fenomeen bestaat uit de schok van de golven en hun daaropvolgende reflectie, die in alle bestaande golven kan voorkomen, maar duidelijk waarnemen in de diffractie van watergolven of in de diffractie van geluidsgolven, die oppervlakken raken en andere golven produceren Vergelijkbaar.
2.- Doppler-effect.- Ook wel "Akoestisch Doppler-effect" genoemd, het is het effect genoemd naar zijn ontdekker "Christian Andreas Doppler", dit effect bestaat uit de relatieve variatie van het geluid op het moment dat de bron van de dezelfde; Dit effect kan worden waargenomen in een voertuig dat permanent toetert, in dit het geluid dat is het zou ver en ernstig luisteren als het ver weg was, het wordt scherper wanneer het nadert en wanneer het weggaat wordt het acuut.
4.- Elektromagnetisch.- Elektromagnetische golven zijn de golven waarin elektriciteit uitstraalt, wat kan worden waargenomen in licht of radiogolven; als we het over licht hebben, eindigen de golven waar het licht reikt.
5.- Interferentie.- Inferentie is de kwaliteit van golven dat twee of meer samenkomen om een sterkere of krachtigere golf te vormen.
6.- Schokgolf.- Schokgolven zijn geluidsgolven met hoge energie, zoals blikseminslagen, explosies of geluidsschokken met subsonische snelheid.
7.- Orbitalen.- Ook wel atomaire orbitale of hoekgolffunctie genoemd; elk van de stationaire toestanden van de golffunctie van een elektron in een atoom wordt een orbitaal genoemd, die van zijn energie afhangt van de plaats die dit atoom in de orbitaal inneemt.
8.- Reflectie.- Dit gebeurt wanneer een golf botst op materialen die hem niet doorlaten of die deze weerkaatsen en van richting verandert. Dit effect kan in alle golven optreden.
9.- Breking.- Dit fenomeen veroorzaakt de verandering van richting wanneer het een ander oppervlak of medium kruist, waardoor de richting of de snelheid ervan verandert.