Voorbeeld van vragende zinnen in het Engels
Engels / / July 04, 2021
Vragende zinnen in het Engels zijn wat we gebruiken om vragen te stellen.
In het Engels gebruikt een vragende zin alleen het vraagteken. Gewoonlijk wordt de vraag gescheiden van de rest van de zinnen of de alinea door een punt en gevolgd:
Als we naar het strand gaan, vangen we een grote vis. Weet je nog?
De vragende zinnen in het Engels, ze zien eruit als declaratieve zinnen. Bij het formuleren van de vragen zien we twee gevallen:
Wanneer de declaratieve zin een vorm heeft van het werkwoord to be, wordt deze vóór het zelfstandig naamwoord of voornaamwoord geschreven:
Ik was er maandag.
Was ik er maandag?
Je auto staat buiten.
Staat uw auto buiten?
Je bent in huis.
Ben je thuis?
Afgelopen vakanties waren we in het buitenland
Zijn we in het buitenland in de laatste vakanties?
Salie is mooi.
Is Sally mooi?
Wanneer de vragende zin met andere werkwoorden wordt gevormd, gebruiken we het hulpwerkwoord do, zowel in de tegenwoordige als in de verleden tijd. Het hulpwerkwoord wordt vóór het onderwerp of voornaamwoord geschreven en daarna wordt het werkwoord geschreven:
De hond rent in het veld.
Doet de hond rennen in het veld?
Elly ontmoette haar ouders in het restaurant.
Deed Elly haar ouders ontmoeten in het restaurant?
Je schrijft goed.
Doen je schrijft goed?
Ze hebben zaterdag gevoetbald.
Deed ze voetballen op zaterdag?
Hetzelfde wordt gebruikt met andere hulpwerkwoorden zoals kunnen, mogen of moeten.
mei kom je woensdag?
Hond belt ze mijn ouders?
Gebruik van vragende bijvoeglijke naamwoorden: wanneer we vragende bijvoeglijke naamwoorden gebruiken, schrijven we ze vóór het hulpwerkwoord of als vormen van de zin.
Wanneer gaan we naar het strand?
Waar zie ik je eerder?
vraag soort vis is dit?
quien is Kaily Minogue?
Wie geef ik deze schoenen?
Hoe voel je?
10 voorbeelden van vragende zinnen in het Engels:
Waar is mijn auto?
Was Steve gisteren op het feest?
Denk jij hetzelfde als ik denk?
Hoe laat is het alstublieft?
Hoeveel kost deze bril?
Is John vroeg thuisgekomen?
Mogen je woorden hierna nog steeds hetzelfde zijn?
Mag ik die film zien?
Wie heeft je zoiets verteld?
Begrijpen we dit artikel?