CentralismeFederalisme Er is een centrale, enkele, nucleaire regering die op afstand het hele grondgebied van het land bestuurt, met lokale vertegenwoordiging in de figuur van gouvernementen, gemeenten, burgemeesters, enz. Er is een federale regering, met mondiaal gezag over het grondgebied, waarin de verschillende staten waaruit het land bestaat, zijn vertegenwoordigd. Tegelijkertijd heeft elk van hen een lokale overheid, min of meer autonoom en met eigen wetten. Er is één natie gebouwd, politiek homogeen, met een mondiale autoriteit. Er wordt een federatie gebouwd: een strategische unie van lokale staten of provincies die bepaalde aspecten van hun soevereiniteit opofferen ten gunste van een territoriale en politieke unie. In bepaalde specifieke gevallen kan er in plaats van een federatie een confederatie zijn: een federatief systeem waarin de lokale staten nog meer autonomie hebben. De wetten van de centrale regering zijn uniek voor het hele grondgebied en zijn het product van het nationale parlement. Er zijn twee soorten wetten: de federale, die het hele grondgebied beheersen, en de provinciale of lokale, die specifiek zijn voor elke federale staat. De eerste zijn het werk van het nationale parlement en de laatste van het parlement van elke provincie. De eenheid van het nationale grondgebied is onschendbaar en er is geen sprake van een vorm van onafhankelijkheid van de regio's. De eenheid van het nationale grondgebied wordt beheerst door de federale overheid, maar onder bepaalde specifieke voorwaarden kunnen processen van onafhankelijkheid van de provincies plaatsvinden. Het kan van twee soorten zijn:
Zuiver, wanneer het geen enkele marge van decentralisatie toelaat.
gedecentraliseerd, wanneer de centrale overheid bepaalde bestuurlijke bevoegdheden delegeert aan haar lokale vertegenwoordigers, zonder daarbij haar centrale gezag te verliezen.
Het kan van twee soorten zijn:
Symmetrisch, wanneer er sprake is van gelijkheid van bevoegdheden tussen alle deelstaten.
asymmetrisch, wanneer sommige deelstaten meer bevoegdheden of meer bevoegdheden hebben dan andere.
Voorbeelden van gecentraliseerde staten zijn: Colombia, Venezuela, Peru, Polen, Portugal, Roemenië, Uruguay, Frankrijk, Guatemala, Finland en Hongarije. Voorbeelden van federale of federatieve staten zijn: Rusland, de Verenigde Staten, Duitsland, Argentinië, Brazilië, Mexico, Zwitserland, Canada en België.