Voorbeeld van inductieve logische methode
Logica / / July 04, 2021
Het type redenering dat op basis van bepaalde kennis tot een algemene conclusie komt, wordt inductief genoemd. Dit type redenering toegepast op de wetenschappelijke methode maakt het mogelijk dat vanuit de observatie en postulatie van: hypothesen, wetenschappelijke wetten worden geformuleerd en de verificatie en demonstratie van de reeds gepostuleerd.
De inductieve methode bestaat uit de volgende stappen:
- Waarneming: Er wordt een natuurverschijnsel waargenomen en er wordt een verklaring voor gezocht.
- Hypothese: Er wordt een verklaring gepostuleerd waarvan de waarnemer denkt dat deze het antwoord kan zijn op het feit dat het fenomeen zich voordoet.
- Experimenteren: Er wordt een hypothesetest uitgevoerd met verschillende gevallen die tot hetzelfde resultaat leiden.
- Conclusie: als de hypothese voor meerdere gevallen werkt, dan werkt ze voor alle gevallen.
Voorbeeld van inductieve logische methode:
Het toepassen van de inductieve logische methode: om uit te leggen dat vogels door eieren worden geboren.
Observatie: Er wordt waargenomen dat kanaries worden geboren door een ei.
Hypothese: vogels worden door ei geboren
Experiment: Het experiment bestaat in dit geval uit het observeren van de geboorte van verschillende vogelsoorten. Er wordt opgemerkt dat de adelaars vogels zijn en dat ze door eieren worden geboren; het is waargenomen dat struisvogels vogels zijn en per ei uitkomen; er wordt waargenomen dat kolibries vogels zijn en door eieren worden geboren.
Conclusie: op basis van de waarnemingen wordt geconcludeerd dat de vogels op ei worden geboren.
Een ander voorbeeld van inductieve logische methode: het is de verificatie dat lichamen altijd met dezelfde snelheid vallen, ongeacht de massa.
Observatie: Er wordt waargenomen dat als twee objecten van verschillend gewicht op dezelfde hoogte worden losgelaten, ze tegelijkertijd de grond bereiken.
Hypothese: De valtijd van een object is onafhankelijk van zijn gewicht.
Experiment: Verschillende voorwerpen van verschillend gewicht vallen op dezelfde hoogte, variërend van een meter tot 10 meter en het wordt waargenomen dat ze altijd de grond bereiken op hetzelfde moment, als de wrijving van de lucht.
Conclusie: alle objecten, ongeacht hun gewicht, als ze van dezelfde hoogte worden losgelaten, bereiken ze tegelijkertijd de vloer.