Wat is aspirine?
Diversen / / July 04, 2021
De aspirine het is een acetylsalicylzuur o ASA (C9H804) is een salicylaatgeneesmiddel dat ontstekingsremmende eigenschappen heeft, milde pijn vermindert en is gebruikt om het bloed te verdunnen bij patiënten met een hartinfarct.
De aspirine irriteert de maag in zijn pure of directe vorm. Wanneer kinderen jonger dan 15 jaar het tijdens een griepperiode consumeren, kan het het syndroom van Reye veroorzaken.
Het is moeilijk om de historische lijn te vinden, totdat deze in de Egyptische cultuur verschijnt. Ook de Grieken houden van Discorides, Galenus en Hippocrates, die de aspirine in zijn natuurlijke vorm.
In het midden van de 18e eeuw was Edgard Stone, een eerwaarde van de Britse kerk, die de medische eigenschappen ervan kende en de nadruk legde op het antipyretische effect gerapporteerd aan Lord Macclesfield, president van de Royal English Society of Science, deze eigenschappen, met behulp van 50 individuen als voorbeeld om de antikoortseigenschappen te verifiëren door het toe te dienen met thee en bier, waardoor de verhoogde waarde wordt verbeterd temperatuur. Door later werk kwamen ze op het actieve ingrediënt dat ze salicilline noemden, analoog aan salicylzuur.
In 1826 isoleerden de Italianen Brugnatelli en Fontana een extract van de plant, maar konden niet aantonen dat de stof de bekende effecten van wilg veroorzaakte. Het is tot het jaar 1828 dat Johan Bachner, hoogleraar farmacie aan de universiteit van München, een geelachtige en bittere substantie isoleerde, die hij extraheerde uit kristallijne naalden die hij salicine noemde. Al in het jaar 1829 bereikte Henri Leroux in Frankrijk een geïmproviseerde extractieprocedure waarbij hij 30 gram salicilline uit anderhalve kilo bast haalde.
Raffaele Piria, een Italiaanse chemicus die aan de Sorbonne in Parijs werkte, slaagde er in 1838 in om salicine te scheiden in suiker en een aromatische component genaamd salicylaldehyde. Door hydrolyse en oxidatie om te zetten in kleurloze kristallen, wordt het salicylzuur genoemd.
In 1853 was Charles Frédéric Gerhardt degene die het synthetiseerde en in 1859 synthetiseerde Hermann Kolbe het in de vorm van zout. Pas in 1897 slaagde de Duitser Felix Hoffmann, uit het huis Bayer, erin het met voldoende zuiverheid te synthetiseren. Heinrich Dreser beschreef in 1899 de Duitse farmacoloog de kenmerken ervan, waardoor de verkoop ervan mogelijk werd, en creëerde zo wat we vandaag kennen als de aspirine.