Voorbeeld van de wet van Watt
Fysica / / July 04, 2021
Elektrische apparaten en circuits verbruiken een bepaalde hoeveelheid energie terwijl ze stroom ontvangen, die ze gebruiken om werk te doen. In veel niet-stroomonderbrekers, zoals televisies, is er een altijd ingeschakeld startcircuit op afstand en de rest wordt afgevoerd in de vorm van warmte en elektromagnetisme. Dit verbruik wordt stroom genoemd. Dit stroomverbruik wordt bepaald door de weerstand van het circuit of apparaat, de ingangsspanning en de stroom die het gebruikt.
Wet van Watt wordt als volgt vermeld:
Het verbruikte vermogen is recht evenredig met de geleverde spanning en de stroom die vloeit.
De eenheid van vermogen is de Watt, en het is het product van de circuitspanning en de stroomsterkte:
P = VI
V = P / I
ik = P / V
De meest gebruikte veelvouden zijn de kilowatt (kW) en de milliwatt (mW).
Wanneer het stroomverbruik wordt berekend in relatie tot de tijd, om het continu verbruik uit te drukken, dan wordt de eenheid genaamd Wattuur (W/h) of zijn veelvouden de kilowattuur (kW/h) en de milliwatt gebruikt uur (mW/u).
E = Pt
P = E / t
t = E / P
Voorbeelden van de wet van Watt
voorbeeld 1:
Bereken het vermogen van een elektromotor met een voeding van 120 Volt en een stroomsterkte van 3,5 Ampère.
P =?
V = 120 V
ik = 3,5 A
P = VI
P = (120) (3.5) = 420 W
Het verbruikte vermogen is 420 Watt
Voorbeeld 2:
Bereken de spanning die wordt ontvangen door een circuit dat 4 W verbruikt, met een stroomsterkte van 150 mA.
P = 4 W
V =?
ik = 150 mA = 0,15 A
V = P / I
P = (4) / (0,15) = 26,66
De circuitspanning is 26,66 V.
Voorbeeld 3:
Bereken de stroomsterkte die circuleert door een lamp van 75 W, met een spanning van 120 V, en het verbruik gedurende 15 minuten.
We berekenen de stroomsterkte:
P = 75 W
V = 120 V
ik =?
ik = P / V
P = (75) / (120) = 0,625
De stroomkring van de lamp is 0,625 A.
Nu berekenen we het verbruik:
E = Pt
E =?
P = 75 W
t = 15 minuten = 0,25 uur.
E = Pt
E = (75) (0,25) = 18,75
Het verbruik van de lamp is 18,75 W/h, gelijk aan 0,01875 kW/h.