Voorbeeld van woorden die rijmen

Als twee of meer woorden rijmen, is dat omdat er een bepaald woord is geluid matching. Dat wil zeggen, er zijn een of meer geluiden in de woorden die op de een of andere manier worden herhaald en dit genereert een geluidseffect.

Vervolgens wordt het rijm gegenereerd door een fonetische vraag, wanneer de geluiden die we uitspreken om de woorden uit te spreken overeenkomen. Het rijm is onafhankelijk van het schrijven van de woorden: Er kunnen woorden zijn die anders gespeld zijn, maar bijpassende klanken hebben en dus rijmen.

De woorden rijmen wanneer geluiden komen overeen met of komen overeen met de laatste beklemtoonde klinker (de klinker die met het grootste accent of de grootste kracht wordt uitgesproken). Het rijm wordt pas vanaf die klinker in aanmerking genomen. Bijvoorbeeld de woorden "pijn", "liefde", "fout", "geur", "kleur", "brandend", motor ", rijm van de laatste beklemtoonde klinker, die in al deze woorden de klinker" o "Van de laatste lettergreep.

Het woord rijm wordt gebruikt als a

stilistisch apparaat in literatuur, vooral in poëzie, ook in reclameuitdrukkingen, in toespraken, in liedjes of composities, in monologen, in populaire gezegden of gezegden, onder anderen.

Soorten rijm tussen woorden:

Er zijn twee manieren waarop woorden kunnen rijmen; deze twee soorten rijm Zij zijn:

1. Assonantie rijm. Het wordt ook onvolmaakt rijm genoemd. In dit type rijm zijn de geluiden die overeenkomen met de laatste beklemtoonde klinker slechts de klinkergeluiden. De medeklinkers kunnen van woord tot woord verschillen. Bijvoorbeeld het rijm tussen de woorden "dans", "deeg", "schop".

Over het algemeen worden alle klinkers herhaald, behalve twee uitzonderingen:

• Zwakke klinkers (dat wil zeggen "i" en "u") in tweeklanken mogen niet worden herhaald. De woorden "pod" en "branch" rijmen bijvoorbeeld omdat er geen rekening wordt gehouden met de "i" van de tweeklank die in "pod" wordt gevormd.
• Wanneer het ene sdrújula-woord op het andere rijmt, worden de tussenliggende klinkers niet in aanmerking genomen. Alleen de eerste en laatste klinkers van het woord esdrújula worden berijmd, te beginnen bij de laatste beklemtoonde klinker. Zo kan bijvoorbeeld "zolder" rijmen op "boog", aangezien de tussenklinker "i" niet in aanmerking wordt genomen in het esdrújula-woord "zolder".

2. Rijm. Het wordt ook wel rijm of perfect rijm genoemd. In dit rijm worden de klanken van zowel klinkers als medeklinkers herhaald of komen overeen met de laatste beklemtoonde klinker. Bijvoorbeeld het rijm tussen de woorden "leuk", "correctie", "training".

Voorbeelden van woorden die rijmen

Assonantie rijm:

1. Woorden met assonantierijm "a, o": nep, kwarts, arm, bouillon, commando, stap, knuffel, beroerte, wanneer, meester, ganglion, misdadiger, kalkoen, zolder, slecht, tornado, zonnig, springen, dobbelstenen, heilig, balans, bruin, laat, halo, ring, magie, slecht, stop, duur, kruik, tovenaar, plagiaat, tragisch.
2. Woorden met assonantierijm "of": liefde, spray, zonnebloem, doel, vergeving, zon, lied, stem, rijst, god, bloem, pot, geschenk, smaak, geur, jeuk, slak, vliegtuig, vloek, boon, pijn, zijn, meneer, gevangenis, passie, kleur, rol, brandend, redeloosheid, verleiding, keek, geserveerd, hevel, veronderstelling, met, zet, don, col.
3. Woorden met assonantierijm "e, a": kracht, onkruid, deur, paddenstoel, wiel, touw, parel, zand, eclogue, doel, braadpan, tong, steen, race, katrol, hout, uit, riem, luiheid, trompet, tafel, hek, feest.
4. Woorden met assonantierijm "i": zag, gemeen, ivoor, gemeen, mannelijk, marokkaans, april, slaap, hasj, mijn, ja, projectiel, vragen, gaan, april, ja, rijstrook, duizend, glimlach, vertrekken, kolibrie, daar, rabbijn, leefde, pastoraal, seniel, meten, laten we zeggen, raket, vertrekken, smelten, leven, subtiel, vrouwelijk, rijstrook, reptiel, vouwen, vervelen, ondervoeden, ontkennen, zagen, Ik was.
5. Woorden met assonantierijm "a, a": gezicht, slecht, strand, vergelijk, kamer, niets, zuur, liefde, lijn, handdoek, voor, room, zilver, sonate, schors, top, vleugel, deuntje, zittend, Praag, Somalië, dala, serenade, beker, banaan, vierkant, zus, vleugel, gedroomd, gevonden.
6. Woorden met assonantierijm "a, e": zeeën, pasvorm, voor, sleutel, niemand, straat, zacht, vader, sprong, vleermuis, hel, juffrouw, delen, maat, Ares, amen, weet, martelaren, gevallen, klasse, pas, dinsdag, deel, kleermaker, bitter, juffrouw, geluid, je weet wel, vogels, vergelijk, moeder, groot.
7. Woorden met assonantierijm "o, e": over, vervoer, berg, ontmoeten, veertien, zetten, londen, knippen, kopen, lager, man, koper, dubbel, twaalf, waar, cast, verbazen, zon, liefdes, arme, neushoorn, noorden, knippen, versieren, boven, bijnaam, stemmen, draaien, Maak een notitie van.
8. Woorden met assonantierijm "o, a": frisdrank, omhoog, bal, opraken, vergoeding, vrachtwagen, vrijgezel, vergeven, zwaaien, koel, cola, dame, geur, alles, tijd, dora, overgebleven, rubber, hallo, laten vallen, leverancier, notitie, postzegel, nu, agressor, meeuw.
9. Woorden met assonantierijm "o, o": single, dronken, aanbidden, zoals, vergeven, goud, idool, refrein, koolstof, trekkend, lood, chroom, alles, vagevuur, knoop, elleboog, pommel, aap, alveolus, toso, beer, bolus, modus, aanbidden, slokje, bijnaam, sanatorium, podium.
10. Woorden met assonantierijm "e": Het was, platform, huid, heb, ren, ik sprong, jij, trouw, wees, lees, trek aan, amen, draag, heb, schat, verlies gal, van, geteld, den, yen, ik heb losgelaten, spoor, hem, van, trainen, bijten, ook, gisteren, zijn.
11. Woorden met assonantierijm "u, a": gezond verstand, stompzinnig, kattenkwaad, muilezel, crush, vloeiendheid, een, tekenfilm, druif, rijp, hoera, luister, twijfel, taille, bitterheid, emuleert, urn, verwarren, pluis, consumeren, wieg, woede, vloeiendheid, punt, avontuur.
12. Woorden met assonantierijm: "u, o": duo, leuk vinden, puur, hard, huichelarij, schrik, wiens, de jouwe, rennen, wereld, walging, mager, streng, fijn, een, ezel, klimmen, vluchten, verdragen, muur, twijfel, zinken, samen, een, verwarren, Ik ga omhoog, buis, kanalen.
13. Woorden met assonantierijm: "e, o": duel, ik kan, somber, bijten, langzaam, angst, jaloezie, haar, zij, dieet, die, ik verlies, lijden, episch, stempel, langzaam, ethisch, seks, context, bijlage, eros, bodem, binnenshuis, ik heb, hond, heb het, koppig, ik nader, ik steek, wierook, wapens, gelukkig.
14. Woorden met assonantierijm "e, e": tand, koorts, december, je ontmoeten, dood, voelen, geluk, heb je, voelen, vertrekken, dapper, cuete, zeven, kom, zie je, melk, beweging, slapen, buik, anders, stink, lens, prikkel, herpes, wezens.
15. Woorden met assonantierijm "u, e: zoet, concluderen, vuur, verwarren, omhoog gaan, voortdrijven, lichten, tunnel, rubber, hard, top, maandag, vallen, schijnen, wolkje, gewoonte, heilzaam, uier, wegrennen, ik kon, dempen, instorten, zweten, ik gehad, vuil.
16. Assonantierijm "a": kristal, afmaken, normaal, al, moreel, genezen, spiritueel, plus, geven, zingen, wil, geven, schorpioen, zal eten, geven, gaan, spijt hebben, hier, daar, slecht, daar zal zijn, zingen, zo liefhebben, bekennen, zout, zee, echt, zal zeggen, gaat.
17. Woorden met assonantierijm "u": gemeenschappelijk, een tule, bitumen, zijn, hindoe, sommige, volgens, zeer, blauw, stam, bamboe, pus, luchtbus, berk, zijn, jij, koekoek, volgens aguazul, shampoo, nee, nog, ferrobus, tonijn.

Rijm:

1. Woorden met medeklinkerrijm in "aan": lied, vergeving, nougat, verduidelijking, bijdrage, beschuldiging, geschenk, jeuk, verderf, emotie, ham, vergeving, zweten, geschenk, compressie, verwarring, verzameling, dictie, danzón, bullebak, onevenredigheid, debugging, lied, inleiding, vlek, rijping, paviljoen, partitie, kennisgeving, onderhandeling, begrip, kruiden.
2. Woorden met medeklinkerrijm in "ad": abt, bekwaamheid, kwaliteit, gezond verstand, entiteit, kwaad, vriendschap, abnormaliteit, angst, waarheid, geleidbaarheid, ongelijkheid, hartelijkheid, specialiteit, lelijkheid, flexibiliteit, vergankelijkheid, goddeloosheid, vrijgevigheid, mogelijkheid, maandelijkse betaling, grofheid, productiviteit, drie-eenheid, zichtbaarheid, eenheid.
3. Woorden met medeklinkerrijm in "ito": aardig, kubus, vervloekt, gezegend, geïrriteerd, uitnodigen, engel, paard, kind, mythe, alleen, citaat, rite, quito, fluiten, ingeschreven, toegeschreven, grafiet, ik sta toe, misdaad, eindig, uitnodigen, oneindig, voortreffelijk, Benito, burrito, toegeven, vervloekt, levend, mijlpaal, gezond, mediteren, bewerken, quito.
4. Woorden met medeklinkerrijm in "er": weten, geloven, bijten, weten, hebben, verliezen, leren, lezen, eten, inschakelen, bewegen, zijn, zetten, knagen, slurpen, kanselier, gisteren, leveren, malen, negeren, gek worden, weven, oplossen, zwijgen, verdienen, regenen, vangen, veroveren, terugkeren, gieten.
5. Woorden met medeklinkerrijm in "ero": sleutelhanger, muilezeldrijver, dakrand, geld, lam, logboek, culero, maar, serum, nauwkeurig, hooghartig, boogschutter, timmerman, suiker, bankier, kapper, veegmachine, brancard, locker, voerman, leugenaar, steiger, februari, rookplaats, onbeleefd, krijger, teken, gevangene, stadsomroeper, eerste, derde, zeilboot, reiziger, stukadoor.
6. Woorden met medeklinkerrijm in "ada": getrouwd, paars, fee, verteld, uitgevoerd, niets, elk, omvangrijk, bekwaam, gepast, gracieus, avond, gesloten, gesneden, volmaakt, meid, ingestort, misvormd, gezwollen, schattig, kudde, marmelade, kudde, bedekt, gezwollen, gepensioneerd, kudde, doorboord, hervormd, geoefend.
7. Woorden met medeklinkerrijm in "go": sterven, leven, vertrekken, meten, smelten, grijpen, serveren, bakken, neerhalen, gaan, sturen, assisteren, delen, deprimeren, debatteren, aannemen, krijgen, vragen, zinspelen, stromen, rammen, spugen, innemen, infuseren, waarnemen, toestaan, beperken, weerstaan, overeenkomen, zalven, verhogen, verzamelen, ruzie maken, weergeven, meten, regeren, openen, samenvatten, verblijven, overleven, prefereren, koesteren, inschrijven.
8. Woorden met medeklinkerrijm in "ino": casino, molen, komkommer, albino, hoektand, einde, koken, verlichten, bobino, capitalino, cappuccino, schadelijk, varken, manier, elimineren, echt, Filipijns, fijn, sino, poesje, ladino, haarloos, lijfje, latijn, tino, spek, buurman, coördineren, verfijnen, liggende, molen, termijn, komijn, liggende, hoektand, wervelwind, perkament.
9. Woorden met medeklinkerrijm in "ando": wanneer, wandelen, koken, kijken, nemen, uitgeven, schrijven, commando, lopen, Fernando, commando, dineren, draaien, benoemen, norman, blijvend, stil, zacht, belonend, kwellend, opvoedend, dromend, denkend.
10. Woorden met medeklinkerrijm in "ace": Maken, lag, behaagt, tempo, leugens, plaats, uitstellen, remakes, herboren, omhelzing, einde, link, ligt ten grondslag, vervang, interlace, bevredigen, verplaatsen, vermommen, lag, klasse, doorgeven, container, fase, traceren, geboren.
11. Woorden met medeklinkerrijm in "iso": haarstukje, glijdend, gemaakt, glad, krul, els, stoofpot, improvisatie, verloving, richel, vloer, paradijs, aankondiging, beknopt, insigne, overleden, narcis, landing, grens, rot, vals, broos, onderdanig, goddelijk, precies, solide, getint, koperachtig, egel, ziekelijk, ongrijpbaar, toestemming, eerste keer, gemengd ras, Zwitsers, lachend, ongedaan gemaakt
12. Woorden met medeklinkerrijm in "entiteit": geest, voorkant, brug, voelen, liegen, komen, dapper, opvallend, anders, entiteit, ongeluk, nuttig, gemakkelijk, helderziend, cirkelvormig, strijder, intendant, president, zelfverzekerd, komisch, congruent, hardvochtig, tegengesteld, ijverig, welsprekend, omhullend, mensen, invloedrijk, dreigend, patent, geduldig, lijdend, wijs, actueel, agent.
13. Woorden met medeklinkerrijm in "weg": rennen, verloren, bekend, verslagen, gemalen, geüpload, gecorrigeerd, meten, vragen, weg, neerslachtig, bandiet, gewond, geleden, geweest, geleefd, gezalfd, verdomd, gekleed, schat, nest, echtgenoot, squawk, uitgegeven, gevangen, gemeten, besteld, uitgecheckt, verwaarlozing, ontslag, een vreemde.