Tilde Roburica voorbeeld
Spaanse Lessen / / July 04, 2021
De tilde roburica, is een uitzondering op de algemene regels van accentuering; wordt toegepast op woorden met een tussenliggende hiaat die een open klinker hebben "een, e, o", En dat ze worden gevolgd door gesloten klinkers"ik, jij", zolang ze maar een grotere intensiteit hebben en ook in de klinkers worden toegepast"ik, jij"Als ze luider zijn dan klinkers"een, e, o”.
Deze accentuering wordt ook wel tilde-oplosmiddel of accentoplosmiddel.
85 voorbeelden van woorden met tilde roburica:
1. jij acteert = jij acteert
2. ik zou gaan = ik zou gaan
3. ik zou leren = ik zou leren
4. Artillerie = Artillerie-a
5. Doodskist = Doodskist
6. Howl = A-úlla
7. Trunk = ba-úl
8. Ik zou drinken = ik zou drinken
9. Uil = uil
10. Uilen = ow-hos
11. Caia = Caí-a
12. Caia = caia
13. We zijn gevallen = we zijn gevallen
14. Herfst = Herfst
15. Kaïn = Ca-in
16. Slager = Slager-a
17. Timmerwerk = Timmerwerk-a
18. Slotenmaker = Slotenmaker-a
19. Cohíben = co-hiben
20. ik vertrouw = ik vertrouw
21. Ik wist dat ik ontmoette
22. Huil = Crí-e
23. Crío = Crío
24. Disheveled = niet leuk gevonden
25. ik had = ik moest-
26. Fry = Fry
27. Friet = vr-e
28. Heel koud = Heel koud
29. Koud = koud-uit
30. Ganaría = Ganarí-a
31. Garúa = Garú-a
32. Menigte = Menigte
33. Kraan = Garú-a
34. Gids = Gids
35. Luit = Luit
36. Lezen = lezen
37. Bibliotheek = bibliotheek-a
38. Jij zou bellen = ik zou jou bellen
39. Maïs = maïs
40. Maria = Marí-a
41. Matías = matí-as
42. Mohíno = mohno
43. Noumeno = nee-umeno
44. Oía = o-ia
45. Oor = o-id
46. Horen = o-ír
47. Land = Land
48. ik zou verliezen = ik zou verliezen
49. Planchaduría = planchaduri-a
50. Púa = pú-a
51. Ro-íz = wortel-íz
52. Raúl = Raú-l
53. Raúl = ra-úl
54. Gemeden = gemeden
55. Reí = Re-í
56. Lachen = Lachen
57. We lachten = we lachten
58. We lachten = we lachten
59. We lachen = we lachen
60. Lachen = lachen
61. Ik zou lachen = ik zou lachen
62. Verzamelen = opnieuw meedoen
63. Reuniría = Reunirí-a
64. Lachen = lachen-e
65. Rivier = Rivier
66. Dauw = Dauw
67. Geknaagd = Ro-ído
68. Saúl = Sa-ul
69. ik zou voelen = ik zou voelen
70. Droogte = Droogte-a
71. Glimlach = Glimlach-e
72. Sufría = Sufri-a
73. Tardaría = Tardarí-a
74. Laat = laat
75. Had = ik had-a
76. We hadden = We hadden meesters
77. Ze hadden = Ze hadden-an
78. je had = je had
79. Tante = Tí-a
80. Oom = jij-uit
81. Varieert = Varieert-a
82. Viviría = Vivirí-a
83. Zahúrda = Za-hurda
84. Schoenenwinkel = Shoemaker-a
85. Zarparía = Zarparí-a