Concept in definitie ABC
Diversen / / July 04, 2021
Door Javier Navarro, op 2 februari. 2018
De grote verscheidenheid aan soorten is een kwestie die de aandacht heeft getrokken van biologen en de wetenschappelijke gemeenschap in het algemeen. Om dit complexe fenomeen te verklaren zijn er twee referentietheorieën ontwikkeld: fixisme en evolutionisme. Een derde opvatting, creationisme, is geïnspireerd door religieuze overtuigingen volgens welke soorten door God zijn geschapen.
Van fixisme naar evolutionisme
In de lV eeuw a. C de filosoof Aristoteles stelde dat soorten hun fysiologische en anatomische kenmerken op een onveranderlijke manier behielden. Met andere woorden, levende wezens veranderen niet in de loop van de tijd en hun eigenschappen ze zijn permanent of vast. Deze opvatting werd tot in de achttiende eeuw gehandhaafd bij wetenschappers als Cuvier of Linnaeus.
Later stelde de Franse natuuronderzoeker Jean-Baptiste Lamarck een alternatieve theorie voor, het transformisme. Volgens het, nemen soorten progressieve veranderingen in de tijd op en soorten zijn op de een of andere manier onderhevig aan een evolutionair mechanisme.
De nadering wetenschapper van fixisme verbonden met de creationistische visie, aangezien God degene is die de levende soorten heeft geschapen en deze onveranderlijk hun essentie en kenmerken behouden. De logica fixisme was gebaseerd op het idee van de onveranderlijkheid en perfectie van God (Gods scheppingen moeten noodzakelijkerwijs zijn) perfect omdat het tegenovergestelde zou zijn om toe te geven dat een perfect wezen iets onvolmaakt creëert en deze vraag zou voor de hand liggen tegenspraak).
Volgens de visie van de fixisten en creationisten werden fossielen geïnterpreteerd als de overblijfselen van dieren of planten die verdwenen na de universele zondvloed die in de Bijbel wordt genoemd.
Lamarckisme introduceerde geleidelijk het idee van evolutie. Volgens Lamarck waren de verschillende soorten dus veranderd om zich aan te passen aan hun overeenkomstige natuurlijke habitats. In die zin stammen huidige levensvormen af van andere levensvormen uit het verleden. Deze principes stelden vraagtekens bij de scriptie fixisme, maar ze dienden als theoretische basis voor een nieuwe paradigma, de evolutietheorie van Charles Darwin.
De evolutietheorie markeerde het einde van het fixisme als wetenschappelijke theorie
Voor Darwin zijn soorten onderhevig aan een proces van wet van natuurlijke selectie. In die zin transformeren of evolueren dieren omdat er verschillende mutaties in het nageslacht verschijnen die een betere aanpassing aan de milieu en dergelijke mutaties worden geërfd door volgende generaties (een konijn dat wordt geboren met een langere vacht kan bijvoorbeeld beter worden beschermd tegen koud en deze nieuwe eigenschap wordt doorgegeven aan zijn toekomstige afstammelingen totdat het uiteindelijk wordt geselecteerd door de soort zelf in zijn instellen).
Foto: Fotolia - acrogame
Onderwerpen in fixisme