Concept in definitie ABC
Diversen / / July 04, 2021
Door Javier Navarro, in okt. 2008
Vanuit wetenschappelijk oogpunt is er geen sluitende definitie van het idee van tijd. Alles wat er gebeurt, kan echter binnen een dimensie tijdelijk. In alledaagse zin verwijst het idee van tijd naar de duur van iets (het leven van een persoon of de meting van een) evenement met een begin en een einde).
De mens heeft de behoefte om de tijd in een of andere grootheid te meten, aangezien hij vaststelt dat alles om hem heen aan verandering onderhevig is. Zo verwijst het intuïtieve idee van tijd naar de opeenvolging van gebeurtenissen uit het verleden, door het heden en naar de toekomst.
Tijd in het verleden meten
In oude beschavingen werden zand, water en vuur gebruikt als indicatoren van het verstrijken van de tijd, maar deze elementen functioneerden als stopwatches en niet als klokken. In die zin waren de zandlopers die door de oude Egyptenaren werden uitgevonden, containers gevuld met water met verschillende soorten water tijdschalen gemarkeerd aan de binnenkant en toen het waterpeil daalde, wist je wat de exacte tijd was verstreken.
Het waren de oude Romeinen die zonnewijzers populair maakten
Duizend jaar voor Christus vonden de Chinezen de waterklok uit (een gigantisch wiel dat door water werd bewogen, gaf elke 15 minuten het verstrijken van de tijd aan).
De eerste mechanische klokken werden in de 13e eeuw in Engeland gebouwd en in de Renaissance Galileo ontdekte de isochronie van de slinger, een aspect dat een doorbraak mogelijk maakte in de begrip van tijd en in productie van horloges.
Verschillende manieren om hetzelfde idee te begrijpen
Voor Newton is het idee van tijd homogeen, absoluut en eeuwig. Zo gebeurt alles wat er gebeurt op een uniforme manier. Deze opvatting staat bekend als absolute tijd. Voor Newton zijn tijd en ruimte onafhankelijk, omdat gebeurtenissen plaatsvinden en dingen bewegen zonder enige relatie.
Voor Einstein zijn de grootte van de tijd en de grootte van de ruimte nauw met elkaar verbonden. Volgens de relativiteitstheorie hangt het meten van tijd af van de omstandigheden die een waarnemer heeft. Deze opvatting wordt uitgelegd in de relativiteitstheorie.
De oude Griekse filosofen realiseerden zich de paradoxale dimensie ervan. In feite bevestigde Aristoteles dat tijd een tijdperk is dat niet langer bestaat. Aan de andere kant merkten ze op dat tijd niet iets buiten ons is, maar innerlijk wordt waargenomen, aangezien het onmiskenbaar is dat tijd geheugen wat er is gebeurd, blijft in onze geest. In die zin maakten de Ouden onderscheid tussen kosmische tijd en geleefde tijd.
Voor Kant is het idee van tijd wat ons in staat stelt om percepties en ervaringen te ordenen. Dankzij het idee van tijd zijn we in staat om alles om ons heen te structureren. Volgens Kantiaanse terminologie zijn ruimte en tijd a priori vormen van de gevoeligheid.
Op dit moment is bekend dat alle levende wezens biologische klokken hebben waarmee ze hun vitale functies kunnen regelen en dit discipline het staat bekend onder de naam chronobiologie.
In de wereld van fictie en theoretische fysica is de mogelijkheid van tijdreizen overwogen, een omstandigheid die allerlei paradoxen met zich mee zou brengen (als iemand bijvoorbeeld in het verleden zou kunnen gaan, zou er de mogelijkheid zijn om zijn eigen geboorte).
Onderwerpen in de tijd