0
Keer bekeken
De werkwoorden Het zijn woorden die worden gebruikt om acties, toestanden, houdingen, omstandigheden, gebeurtenissen in de natuur of het bestaan uit te drukken. Bijvoorbeeld: naarzee, naarndar, naarhij.
De infinitieven van werkwoorden met A (zoals alle werkwoorden) kunnen drie uitgangen hebben: -ar (naarmasar, naarkamp), -eh (naarmanier, naarneigen), -gaan (naarverkrijgen, naarvoelen).
naarbandon | naarkijk naar | naarrder |
naarverzachten | naartoestaan | naarrepareren |
naarbolir | naardorn | naarrood worden |
naarborduren | naarfeitar | naarvoelen |
naarOpen | naarrij | naarsessie |
naarabsorberen | naarfilet | naarschat |
naarburry | naarzee | naarsystir |
naarzoeken | naarndar | naarkraan |
naarGaan | naarnadir | naarneigen |
naarhandelen | naarbetalen | naardimmen |
naarvieren | naarklap | naarterras |
naaraanvaarden | naarpliceren | naarschrik aanjagen |
naarDoorzichtig | naarpost | naarvalstrik |
naarakkoord | naarondersteuning | naartoename |
naarnemen | naaraanzetten | naaronderschrijven |
naarcomfortabel | naarwinst | naarhelpen |
Volgen met: