50 voorbeelden van exclusieve disjunctie
Diversen / / September 14, 2021
Exclusieve Disjunctie
De exclusieve disjunctie is een uitspraak waarin er twee opties zijn, maar slechts één van de opties waar kan zijn, omdat de ene de andere uitsluit. Bijvoorbeeld: Is het dag of is het nacht.
De twee stellingen, dat wil zeggen de twee opties, zijn afgestemd op de disjunctieve connector "of". Een van de proposities moet altijd onwaar zijn en de andere altijd waar.
Als beide proposities waar zijn, wordt de hele bewering als onwaar beschouwd, omdat het niet tegelijkertijd dag en nacht kan zijn. Maar de bewering zal ook onwaar zijn als beide proposities onwaar zijn, want het moet dag of nacht zijn, maar het kan geen van beide zijn.
Exclusieve disjunctie is een redenering die wordt gebruikt in de logica, een tak van de filosofie, en die wordt toegepast op verschillende gebieden, zoals wiskunde of natuurkunde.
Voorbeelden van exclusieve disjunctie
- Het water is koud of heet.
- De vloer is droog of nat.
- Het is warm of koud.
- Een getuigenis is waar of onwaar.
- Leonardo da Vinci was een kunstenaar uit de Renaissance of een middeleeuwse kunstenaar.
- Of ze sloegen linksaf of ze sloegen rechtsaf.
- De hond blaft of eet.
- De lucht is bewolkt of helder.
- Motor staat uit of loopt.
- Ze studeert of denkt aan iets anders.
- Het weekdier is een gewerveld dier of het is een ongewerveld dier.
- De winnaar van het kampioenschap is Pedro of Luis.
- Het examen is geslaagd of gezakt.
- De kat is een kat of een hond.
- De winkel is open of gesloten.
- Er is licht of er is duisternis.
- Is het winter of is het zomer.
- Een getal is even of oneven.
- De cake is gekookt of rauw.
- Hij is blij of verdrietig.
- Het land ligt in het noorden of het ligt in het zuiden.
- Een gereedschap werkt of is kapot.
- Santiago is wakker of slaapt.
- Een getal is positief of negatief.
- Het resultaat van een berekening is goed of fout.
- Een afvalstof is organisch of recyclebaar.
- Het is vroeg of het is laat.
- Er is stilte of er is geluid.
- Het water is schoon of vuil.
- Een persoon liegt of vertelt de waarheid.
- De sinaasappel is vers of verrot.
- De patiënt is gezond of ziek.
- De computer is uitgevonden in de 19e of 20e eeuw.
- De plant is levend of dood.
- Een materiaal is ondoorzichtig of het is transparant.
- Een kleur is licht of donker.
- Accepteer het contract of verwerp het.
- De tafel is binnen of buiten het huis.
- De ridder was moedig of laf.
- Flamenco is ontstaan in Spanje of Frankrijk.
- Engels is een Latijnse taal of is het een Saksische taal.
- Luisa werkt of is op vakantie.
- Het boek is duur of goedkoop.
- De televisie staat uit of staat aan.
- Shakespeare werd geboren in Engeland of werd geboren in België.
- De redenering is logisch of onlogisch.
- Een materiaal is geleidend of isolerend.
- Het werk is origineel of het is een kopie.
- Of het plan is goed uitgevoerd of er zitten fouten in.
- Een object beweegt of is in rust.
Zie ook: