Voorbeeld van de wet van universele zwaartekracht
Fysica / / November 13, 2021
De aantrekkingskracht tussen twee lichamen gescheiden door een afstand is evenredig met het product van deze massa's en omgekeerd evenredig met het kwadraat van de afstand.
m1= kg
m = kg
r = m
G = 6,67 x 10-11 Nm2 / kg2
F = N
F = G (m1m2/ r2)
VOORBEELD VAN HET PROBLEEM VAN DE WET VAN UNIVERSELE ZWAARTEKRACHT:
Bereken de afstand waarop twee massa's van één kilogram elk zo moeten worden geplaatst dat ze elkaar aantrekken met een kracht van 1 N.
F = 1N
G = 6,67 x10-11 Nm2/kg2
m1= 1kg
m2= 1kg
r =?
Impuls: het is de kracht die wordt uitgeoefend voor de duur waarin de kracht werkt.
l = N / s
t = s
F = N
VOORBEELD:
Bereken het momentum dat nodig is voor een deeltje met een massa van één kg met een constante versnelling van 5 m / s2 over 20 s.
l = ft = mat = (1kg) (5m / s2) (20s) = 100 N/s
Hoeveelheid lineaire beweging: Het is het product van de massa en de snelheid van de mobiel.
P = kgm / s P = mv
m = kg
v = m / s
VOORBEELD:
Op een massa van 2 kg wordt gedurende 10 s een constante kracht uitgeoefend, waardoor de snelheid verandert van 10 m/s naar 30 m/s. Welke kracht werd toegepast om dit effect teweeg te brengen?
Om dit probleem op te lossen, moeten we de formule voor momentum en momentum ten opzichte van 2 als basis nemen. Wet van Newton.
l = Ft = P = mv
Aangezien t, m en de verandering in snelheid bekend zijn, hebben we:
Ft = m (vf-vi)
F (10s) = 2kg (30m/s-10m/s)
F = 2kg (20m/s)/10s = 4N
Principe van behoud van momentum: Het wordt bepaald door de relatie dat wanneer twee mobiele telefoons botsen, het momentum van de som van de twee niet zal variëren, dat wil zeggen dat hun totale momentum constant is.
m1of1 + m2 of2 = m1 v1 + m2v2
mu = hoeveelheid beweging voor de impact.
mv = hoeveelheid beweging na impact.