Concept in definitie ABC
Diversen / / February 21, 2022
conceptdefinitie
Decadentie, in de breedste zin van het woord, is het proces van verval of ga naar minder. Het is een idee dat zinspeelt op de voortschrijdende achteruitgang — niet de abrupte vernietiging — van waar het naar verwijst, of het nu een persoonlijkheid, een tijdperk, een waardesysteem is, enzovoort.
Professor in de filosofie
Het idee van historische decadentie
Het begrip decadentie als kenmerk van de geschiedenis wordt geassocieerd met een algemene theorie over de betekenis van tijd. Meestal wordt dit onderbouwd door een opvatting van de geschiedenis - typisch voor de gedachte Westers - als stijgende vooruitgang; zodat, wanneer deze vooruitgang niet wordt geverifieerd onder de verwachte parameters, deze als een historische achteruitgang wordt beschouwd.
Beschrijvingen van perioden van culturele "achteruitgang" kunnen worden getraceerd tot in het oude Griekenland, gepresenteerd in tegenstelling tot een beschavingsideaal. Tijdens de middeleeuwen wordt het begrip tijd als lineaire vooruitgang gecombineerd met de christelijke teleologische opvatting, die loopt van de oorsprong van de geschiedenis in Genesis tot het laatste oordeel. Met modern empirisme en positivisme wordt tijd gezien in termen van een 'universele geschiedenis', waardoor samenlevingen van nature worden geordend naar een hogere graad van beschaving. Dus gebeurtenissen die een "regressie" vertegenwoordigden in termen van een dergelijk voortgangsschema werden gelezen als momenten van "verval" of "val" - zoals de val van het Romeinse rijk - in plaats van als een transformatie van omstandigheden historisch.
Het verval van de beschaving in Jean-Jacques Rousseau
De contracterende filosoof Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) was een van de eerste auteurs die (in zijn Verhandeling over de oorsprong en grondslagen van ongelijkheid onder de mensen) dat decadentie niet aan de buitenkant van de beschaving lag, haar van buitenaf verwoestte, maar haar kiem van de grond af bevatte. De westerse beschaving heeft de natuurlijke capaciteiten aangetast van de mens die, nadat hij vrij is geboren, leeft geketend door de ketenen die zijn opgelegd door Burgermaatschappij.
De maatschappij, gegrondvest op privé-eigendom — dat was ontstaan uit een oorspronkelijk bedrog — maakte van de mens een egoïstisch, ijdel wezen, wiens hebzucht hem tegen zijn medemensen dreef. Dat wil zeggen, het maakte hem tot een decadent wezen, dat zijn vrijheid verloor door zich te binden aan wereldse goederen en de behoefte aan erkenning door anderen.
Metafysica als decadentie in het werk van Friedrich Nietzsche
in zijn filosofie, F. Nietzsche (1844-1900) gaat een stap verder dan Rousseau's eerste trap en wijst erop dat de metafysica western is zelf decadent, in die mate dat het gebouw Moreel dat erop rust heeft als enig doel de onderdrukking van de zwakken over de sterken te maskeren. De geschiedenis van het denken in het Westen had een conceptueel kader uitgevonden om een rationele berekening in relatie tot de wereld tot stand te brengen, om die te domineren.
Dan gaat het over een gedachte, een filosofie, een metafysica of een moraal, waarvan de uitoefening het leven zelf bedreigt, omdat het gewoon een manier is om er macht over uit te oefenen. Bijgevolg wordt het westerse denken decadent, omdat het op het leven inwerkt en er altijd naar streeft zijn toekomst te verlammen om het onder controle te krijgen, en zo wordt het stervend, ziek.
Decadentie als klassenprobleem
In het werk van Georg Lukács (1885-1971) lijkt het begrip verval specifiek verbonden met het verval van een maatschappelijke klasse wat op zijn beurt het verval van de tijd impliceert die de klasse in zijn culturele vormen bepaalt. Lukács beschouwt het begrip decadentie dan ook in directe relatie tot de literaire praktijk, evenals met de theorie van materialisme historisch. Uit deze analyse blijkt romantiek Het lijkt de eerste uiting van literaire decadentie, in de mate dat de reflexiviteit van het poëtische zelf de overhand heeft, op een zodanige manier dat het individu geïsoleerd wordt van zijn context.
Het verval wordt geïdentificeerd met het verval van de burgerlijke ideologie, de ontwikkeling ervan is uiteindelijk het objectieve resultaat van de verdeling van de samenleving in klassen.
Bibliografische verwijzingen
- Zus. (1998) Het idee van verval in de westerse geschiedenis. Barcelona, Andrés Bello.
- Salinas, M. (S/F) Over het begrip decadentie bij Lukács. Chileens archief.
- Fleisner, P. (2007) Van gehoornde siegfrieds en ongelovige tovenaars. Een blik op Nietzsches afwijzing van de romantiek en zijn lof voor Carmen. Momenten en kansen. Nietzscheaanse geschriften, nr. 4-5.
Thema's in decadentie