Voorbeeld van waar of onwaar vragen in de administratie
Administratie / / July 04, 2021
Als oefening bij het leren kun je een aantal reeksen waar of onwaar vragen in de administratie, deze oefening heeft de functie om dingen op een geleidende manier te suggereren en te onderscheiden.
De vragen kunnen over elk onderwerp gaan, zolang het maar het onderwerp van de studie is en het antwoord moet: snel zijn en gebaseerd zijn op kennis, zonder bronnen te raadplegen, alleen worden gebruikt als een vorm van bevestiging.
Voorbeeld van waar of onwaar vragen in administratie:
Tekst waaruit de informatie is overgenomen:
“… Besluitvorming is een systematisch en rationeel proces waarbij de optimale handelwijze wordt gekozen uit verschillende alternatieven. Beslissingen nemen is ongetwijfeld een inherente functie van managers en het goed functioneren van de organisatie hangt ervan af. Besluitvorming is van groot belang omdat het interne repercussies heeft in de organisatie op het gebied van: winst, het product, het personeel, enz., en extern aangezien het leveranciers, klanten, milieu, economie, enz. Het heeft ook een multiplicatoreffect vanwege het feit dat ze implicaties veroorzaken die op hun beurt effecten veroorzaken, niet alleen in de delen van de organisatie, maar in verschillende segmenten van de omgeving, zoals klanten, medewerkers en het milieu economisch. Daarbij is het essentieel dat besluitvorming gebaseerd is op een logisch en rationeel proces en op een reeks technieken die een objectieve beoordeling van het milieu, de kosten, de effecten en resultaten..."
Vanuit deze paragraaf kunnen verschillende soorten waar en onwaar vragen worden uitgewerkt.
Letterlijke vragen: Bij dit soort vragen wordt een zin uit de tekst gehaald, waarbij een woord of een werkwoord wordt gewijzigd of een ontkenning wordt toegevoegd of verwijderd om te zeggen of het waar of onwaar is:
Voorbeelden:
- Besluitvorming is een systematisch proces.
- De besluitvorming is aan de klanten.
- Besluitvorming heeft geen invloed op de winst.
- Besluitvorming is een geïmproviseerd proces.
- Besluitvorming heeft geen invloed op de omgeving.
Conceptuele vragen: Dit zijn vragen waarin geen tekstuele zin wordt gebruikt, maar eerder het blootgestelde concept, dus de tekst is compleet anders, waarbij alleen het idee behouden blijft.
Voorbeelden:
- Klanten worden beïnvloed door interne beslissingen.
- De omgeving mag de besluitvorming niet beïnvloeden.
- Managers nemen de beslissingen.
- De organisatie wordt niet beïnvloed door de genomen beslissingen.
- Beslissingen over kosten hebben gevolgen voor klanten.
Vragen met parafrasen: Dit zijn vragen waarbij we een woord of werkwoord vervangen door een synoniem of een antoniem of de volgorde van een zin omdraaien; het is een combinatie van letterlijke en conceptuele vragen.
Voorbeelden:
Besluitvorming selecteert tussen verschillende opties om degenen die niet levensvatbaar zijn uit te sluiten.
- De externe effecten betreffen winst, productie en medewerkers.
- Objectieve analyse maakt deel uit van het besluitvormingsproces.
- De omgeving wordt beïnvloed door de beslissingen van de organisatie.
- Kosten hebben geen invloed op resultaat