Definitie van liturgische kleuren
Diversen / / July 04, 2021
Door Javier Navarro, in maart. 2017
Traditioneel worden kleuren geassocieerd met ideeën en gevoelens. Dit verband is ook zichtbaar in de verschillende religies. Als we ons concentreren op de katholicismeTijdens het liturgisch jaar zijn de priesters gekleed in verschillende kleuren, afhankelijk van het feest of de plechtige handeling die op elk moment wordt gevierd. In die zin spreekt de Katholieke Kerk over verschillende liturgische tijden: Advent, Kerstmis, Vasten, Pasen en gewone tijd of de overige zondagen van het jaar.
Uit deze perioden worden liturgische kleuren vastgesteld voor de kleding van de priesters. Deze kleuren zijn groen, paars, wit en rood. Met hen kleden en sieren de priesters zich om de gelovigen een soort van bericht tijdens de viering van de mis.
Elke kleur heeft een betekenis
De kleur groen wordt in de gewone tijd gebruikt en is een kleur die het idee van symboliseert hoop voor christenen. De kleur paars wordt gebruikt tijdens twee periodes: advent en vasten.
Tijdens de eerste willen we de komst van de Heer in sterfelijk vlees en zijn aankomst aan het einde der tijden gedenken.
Vanaf de tweede periode is het de bedoeling communiceren het idee van boetedoening, dus het is een tijd van voorbereiding voor de essentiële mysteries van de verlossing van mensen, zoals het gebeurt tijdens de Goede Week.
Aan de andere kant wordt paars gebruikt bij sommige ceremonies, zoals die van de overledene tijdens begrafenissen. De witte kleur herinnert aan de vreugde Pascual en wordt gebruikt tijdens de kerstperiode en daarmee de tevredenheid voor de geboorte van Christus. Rood wordt gebruikt om het bloed te herdenken dat door christelijke martelaren is vergoten of voor de tijd van Pinksteren en met deze kleur wordt het idee van de Heilige Geest overgedragen als een vuur dat de ziel verlicht mens.
De dageraad, de gordel, de stola en de kazuifel
De kleuren van de kleding van de priesters zijn de vier hierboven aangegeven. Met betrekking tot kleding zijn de verschillende kledingstukken als volgt:
1) de dageraad is een witte tuniek die het hele lichaam tot aan de voeten bedekt en is het eerste kledingstuk waarmee de priester voor de viering van de mis (daarmee wordt het idee van zuiverheid gesymboliseerd en dat het hele ritueel in dienst staat) van God),
2) de gordel is een koord dat rond de dageraad op de taille van de priester wordt geplaatst en symboliseert de spirituele vereniging met God,
3) de stola is een dunne strook stof die over de dageraad rond de nek wordt geplaatst naar voren en over de schouders (de stola symboliseert de kracht van Christus die aan de priester) en
4) het kazuifel is de bovenste laag met enkele van de liturgische kleuren en daarmee de wijding van de gevierde daad (het kazuifel symboliseert het idee van naastenliefde van Jezus Christus jegens iedereen) Mannen).
Foto's: Fotolia - ehidna / Sergii Figurnyi
Liturgische kleurenthema's