Kenmerken van de prehistorie

Het wordt prehistorie genoemd naar de periode die is verstreken sinds het verschijnen van de mens (Homo Skilled, Homo Herectus, Cro-Magnon Man, tot de huidige mens), deze periode beslaat de het grootste deel van de tijd waarin mensachtigen hebben bestaan, tot het verschijnen van het schrift, de tijd die wordt beschouwd als de basis of het begin van de geschiedenis, of geschreven geschiedenis.

Er zijn andere classificaties waarin de prehistorie eindigt; zoals in degenen die in de historische periode rekening houden met culturen met complexe samenlevingen, met technologieën die vergeleken met die van de oude steen, waren geavanceerd, zoals sommige culturen die metallurgie kenden, een complexe en gestructureerde sociale organisatie hadden, maar de schrijven.

In dit verband moet worden opgemerkt dat er geavanceerde culturen waren, die wel schreven, maar geen metallurgie kenden, en die beschouwd in de geschiedenis, maar technologisch bevonden ze zich in het stenen tijdperk (Maya's, Azteken, Olmeken, enz.).

Gedurende deze tijd draaide het leven van de mens in wezen om het verkrijgen van voedsel en onderdak; Het was de tijd waarin de ontdekking en het gebruik van vuur plaatsvond, de creatie van verschillende gereedschappen, zowel bot als hout, en steen, noemde het ook tot deze periode, als steentijd, aangezien dit volgens de bevindingen het meest voorkomende en best bewaarde materiaal uit die tijd is archeologisch. De periode waarin metalen al werden gebruikt, maar waarin nog geen schrift bestond, wordt protohistorie genoemd.

Het stenen tijdperk is verdeeld in verschillende stadia:

• Paleolithicum of gebeeldhouwde steen
• Mesolithicum
• Neolithische of gepolijste steen
• Protohistorie of leeftijd van metalen

Enkele kenmerken van de prehistorie:

Nomadisme.- Het leven tijdens de eerste drie stadia was voornamelijk nomadisch of semi-nomadisch; man bewoog zich van de ene plaats naar de andere op zoek naar voedsel, of het nu werd verzameld van bomen en planten, of werd gejaagd, jagen was een van de redenen waarvoor de mens nomadisch was, aangezien groepen mensen de kuddes en kudden van de verschillende dieren waarop ze jaagden volgden en kampen stichtten in de buurt van rivieren of waterbronnen waar dieren stopten om water te drinken of op strategische plaatsen binnen het migratiegebied van de dieren.

Tribale organisatie.- De individuen van de verschillende menselijke groepen hadden het gezin als hun sociale basis, waarbij de oudste of sterkste leden de leiders van het gezin waren. Of ze nu wilden jagen, fruit verzamelen of zich verdedigen tegen dieren of andere menselijke groepen, families kwamen samen in groepen van verschillende verwante leden. onderling, clans genoemd, en op hun beurt werden deze clans tot stammen gevormd, die al een hiërarchische sociale orde en werkverdelingen hadden voor hun leden.

Creatie van tools.- Vanaf de vroegste tijden van de mens (de verschillende soorten mensachtigen) werden technologische vorderingen gemaakt, een gevolg van de grotere hersenontwikkeling van de verschillende mensachtigen, als gevolg van veranderingen in hun dieet, voornamelijk dankzij de introductie van vleesproducten, waardoor ze meer calorieën en essentiële voedingsstoffen voor ontwikkeling kregen cefalisch. Aanvankelijk waren het eenvoudige hulpmiddelen, zoals stokken en stenen om fruit te bereiken of dieren te doden, en om zich te verdedigen tegen roofdieren. Later maakte de mens gereedschap van de botten van de dieren waarop hij jaagde. Hij ontdekte het gebruik van vuur, misschien bij toeval, door het te leren beheersen en aan te steken, door met hout te wrijven of op stenen te slaan. Vuur was een effectief middel tegen roofdieren, maar ook een verademing in koude tijden. Het gaf ook andere toepassingen, zoals verlichting 's nachts en voornamelijk om voedsel te koken, en om gereedschappen te verbeteren zoals het harden van puntige stokken in het vuur.

Hij leerde de stenen te kerven en vervolgens te polijsten, waardoor hij betere gereedschappen maakte waarmee hij jaagde. Aangekomen in de protohistorie om metalen te gebruiken en te domineren, metalen zoals koper, goud, zilver, brons en ijzer.

Maatschappij.- De samenleving was aanvankelijk tribaal; waar hiërarchieën niet erg strikt waren, maar naarmate de tijd vordert, evolueert en diversifieert de samenleving in verschillende lagen sociaal, het creëren van de lagen van de heersers en priesters aan de top van de sociale piramide, gevolgd door de krijgers, ambachtslieden en boeren. Aan het einde van de prehistorie, aan het einde van het Neolithicum, aan het begin van het metaaltijdperk, duikt een andere schakel op in de samenleving, die van slaven, die krijgsgevangenen waren of tussen de verschillende volkeren.

Economie.- De economie tijdens de eerste drie perioden van de prehistorie was gebaseerd op het jagen en verzamelen van fruit en wortels; Er wordt aangenomen dat er enige handel (door middel van ruilhandel) tussen verschillende stammen is geweest, waarbij gereedschappen werden uitgewisseld of sommige van de producten waarop ze jaagden of verzamelden.

In de laatste periode van de prehistorie, in het tijdperk van metalen, en zelfs tijdens een deel van het Neolithicum, toen ze sedentair werden en de landbouw begon, nam de handel toe; eerst door ruilhandel en later door de uitvinding van voorwerpen die als betaalmiddel werden gebruikt, in sommige regio's planten zoals de cacao, of stenen munten, schelpen, edelstenen, stukken metaal, enz., tot de creatie van de metalen munt zelf als dergelijke.

Landbouw.- Tijdens het Neolithicum en het vroege metaaltijdperk, in verschillende regio's in de buurt van rivieren en sommige meren, ontwikkeling van de landbouw, omdat granen, groenten en sommige groenten de eerste producten zijn die de mens leerde cultiveren. Enkele van de eerste soorten die werden gekweekt waren tarwe, haver, gerst, sorghum, rijst, rogge, maïs, aardappelen, evenals planten zoals katoen, vlas en verschillende peulvruchten en fruit zoals de wijnstok, appel of peer, in het oude continent of pompoenen, chilipepers en aardappelen in Amerika.

Domesticatie van dieren.- Misschien als gevolg van het opsluiten van enkele van de dieren waarop hij jaagde, zodat hij ze later kon opeten, leerde de mens de gewoonten van de dieren en begon hij ze beetje bij beetje te domesticeren. Omdat het enkele van deze dieren zijn, honden, die heel goed verzameld hadden kunnen worden als wolvenwelpen, als "huisdieren", of door de nabijheid die tussen mensen werd gegeven en het dier, net als de katten die misschien menselijke nederzettingen hebben benaderd, bij het jagen op de knaagdieren die rondzwierven in de schuren en voedselreserves van de mensen. En door kruisingen te maken van de exemplaren die eigenschappen hadden die geschikt waren voor hun gebruik, zoals een grotere hoeveelheid vlees bij varkens en koeien, of een grotere productie van wol, zoals bij lama's en schapen. Enkele van de eerste dieren die door de mens werden gedomesticeerd, zijn de hond, kat, paard, koe, kip, varken, gans, eenden, en de lama of alpaca en de kalkoen of kalkoen in Amerika.

Religie.- Misschien als een manier om goede jacht, overvloedig verzamelen of vruchtbaarheid te bevorderen, begon de mens magisch-religieuze rituelen uit te voeren, waarmee hij de primitieve religies initieerde. Omdat ze aanvankelijk polytheïstisch waren en hun belangrijkste goden waren, vruchtbaarheidsgoden, jager-krijgergoden, evenals de dieren waarop ze jaagden of de beesten die ze vreesden, door afbeeldingen van die of totems. Hun aanbidding werd geleid door de oudere leden van de clan, die later meer priesterschappen vormden gestructureerd, totdat in het metalen tijdperk de verschillende religies al structuren en rituelen hadden complex.

Politiek.- De eerste regeringen die bestonden, vonden plaats binnen families of clans, met hun leiders als de oudste leden of de meest vooraanstaande jagers en krijgers. In dit verband moet worden vermeld dat een groot deel van de primitieve culturen een matriarchale structuur had, die later evolueerde naar patriarchale en later het structureren en verdelen van macht onder de priesters of de krijgers, vervolgens het instellen van hun leiders als koningen en het creëren van dynastieën erfelijk.

Cultuur.-De eerste culturele manifestaties ontstaan, zoals de eerste mythische tradities over het ontstaan ​​van mens en wereld. De eerste religies begonnen vorm te krijgen, evenals de tradities van de bevolking. De kunst, grotkunst in het begin, is de uitdrukking van het verlangen om een ​​goede jacht te verkrijgen, kunst die niet evolueert alleen in de schilderkunst maar ook in het snijden van botten en stenen met figuren van dieren of vrouwen met attributen buitensporig. Het is in deze tijd dat de eerste muzikale en dansmanifestaties beginnen te verschijnen, eerst als onderdeel van magische religieuze rituelen, en dan als plezier of amusement. Onder de verschillende objecten die de mens maakt, bevinden zich juwelen, die al sinds het Neolithicum bestonden met behulp van schelpen en gekleurde kiezelstenen, en wanneer ze de metalen ontdekken, worden ze in deze materialen gemaakt, waarbij goud, zilver, koper en brons de meest gebruikte ervoor.